In 1969 werd in Wijchen de eerste schietsportvereniging voor luchtwapens opgericht, genaamd Schietsportvereniging Strijdlust. De club begon in de bovenzaal van het verenigingsgebouw De Meshallen. In 1970 wilde het bestuur van Strijdlust echter verhuizen, en vond een nieuwe locatie in het Wapen van Wijchen op de markt.
Drie leden van de vereniging hadden bezwaren tegen het gebruik van een café als locatie en richtten daarom een tweede schietsportvereniging op: Schietsportvereniging St. Hubertus, die ook in De Meshallen werd gevestigd.
Op het podium werden bakken met een gebogen stalen achterwand geplaatst om de kogels op te vangen. Na elke schietbeurt moesten leden hun kaart handmatig vervangen, wat niet zonder risico was.
Voor niet-leden uit heel Wijchen werden op zondag wedstrijden georganiseerd voor jong en oud, wat zorgde voor een toestroom van nieuwe leden. Al snel werd er een kaarttransportsysteem bedacht, gemaakt van oude naaimachinewielen, die met een touw aan de kogelvanger waren verbonden. Door het wiel met de hand te draaien, konden leden de kaarten naar voren en weer terug laten bewegen. Toen een elektricien zich bij de club aansloot, werd het systeem verder verbeterd: de naaimachinewielen werden aangedreven door elektromotoren, waarmee zes automatische banen werden gerealiseerd.
Om de benodigde financiën te vergaren, organiseerde de vereniging verschillende activiteiten, zoals hobbymarkten en rommelmarkten. De grootste successen waren echter de vier gezinsbeurzen, waarvan de eerste plaatsvond in Zaal Sterrenbos, de tweede met drie grote tenten op het Europaplein, en de laatste twee in de Olympic-hallen. De opbrengsten kwamen uit de verhuur van standplaatsen en entreegelden, waardoor de vereniging kon uitkijken naar een locatie die voldeed aan de eisen van de Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie (KNSA).
In die tijd was de gemeente op zoek naar bouwprojecten in het kader van een garantieplan voor jongere bouwvakkers, zodat zij werkervaring konden opdoen. De vereniging meldde zich aan voor zo’n project en kreeg toestemming, op voorwaarde dat alleen het metselwerk door de jongeren zou worden uitgevoerd, terwijl de rest van de werkzaamheden door vrijwilligers van de vereniging moest worden gedaan. Dankzij deze gezamenlijke inspanning beschikt de vereniging nu over een locatie met negen schietbanen die voldoen aan alle eisen van de KNSA.